Maand: september 1999

  • Filmrecensie: Beshkempir

    • Kirgizië, 1998
    • Regie: Aktan Abdikalikov
    • Met: Mirlan Abdikalikov
    • Scenario: Aktan Abdikalikov, Avtandil Adikulov en Marat Sarulu
    • Camera: Khasan Kidiralikjev
    • Montage: Tilek Mambetova
    • Art directie: Emil Tilelov
    • Muziek: Nurlan Nishanov
    • zwart/wit en kleur, Dolby SR, 81 minuten
    • Gezien: 16 september 1999, ’t Hoogt, Utrecht

    Je gaat in de bioscoop zitten en plots ben je in een land waar je nog net de naam van kent maar niet veel meer van weet. Het is een van de genoegens van Beshkempir van Aktan Abdikalikov, de eerste onafhankelijke film uit Kirgizië die in het Westen te zien is. Hij biedt een reis in prachtig zwart-wit met een mooie menging van exotica en herkenbaarheid.

    Herkenbaarheid, omdat ook in de voormalige Sovjetrepubliek in Centraal-Azië kinderen die anders zijn een tijdbom met zich meedragen. Ze kunnen tijdenlang er helemaal bijhoren, maar ooit zal het tegen ze gebruikt worden. Omdat iemand om een hele andere reden een appeltje met ze te schillen heeft. De ware reden zal de agressor nooit de steun van de groep opleveren, maar met de ‘afwijking’ van het slachtoffer lukt dat wel.

    Dit is een van de thema’s in Beshkempir. In een dorp tussen de bergen is het gewoonte om ouders die geen kinderen kunnen krijgen een baby ter adoptie aan te bieden. De jongen Beshkempir is zo’n kind. Hij hoort er nooit helemaal bij, maar pas als hij voor vondeling wordt uitgescholden dringt de waarheid tot hem door. Abdikalikov vertelt dit gedeeltelijk autobiografische verhaal op een manier die nergens sentimenteel wordt.

    Maar het zou de film onrecht doen hem tot dit simpele gegeven te reduceren. Want tegelijkertijd is Beshkempir een in prachtige beelden gevangen portret van een dorpsgemeenschap. Vrouwen scheiden het kaf van het koren in de wind, zonen jagen in de rivier vissen in de netten van hun vaders, jongens boetseren een levensgrote naakte vrouw uit klei. En dat alles in een zwart-wit (met hier en daar wat kleur) om bij te watertanden.

    De hoofdrol wordt gespeeld door de zoon van de regisseur, de meeste andere rollen door dorpsbewoners. Ze geven de film een fraaie naturelle sfeer. Alleen het meisje waar Beshkempir verliefd op is valt uit de toon met haar coquette gedrag.

    Beshkempir is van een haast achteloze schoonheid. Als in Iraanse films is ieder spektakel afwezig en kun je alleen maar achterover leunen om je ogen uit te kijken.

    • Cijfer (0-10): 9
  • Filmrecensie: Los amantes del círculo polar

    • Spanje, 1998
    • Regie: Julio Medem
    • Met: Victor Hugo, Kristel Diaz, Nancho Novo, Maru Valdivieso
    • Scenario: Julio Medem
    • Camera: Gonzalo F. Berridi
    • Montage: Ivan Aledo
    • Muziek: Alberto Iglesias
    • kleur, , 116 minuten
    • Gezien: 14 september 1999, Sneak preview, Camera, Utrecht

    De Spaanse regisseur Julio Medem houdt van visuele bravoure. Zo kwam de kijker in Vacas via de pupil in het binnenste van een koe en was La ardilla roja voor een deel gefilmd vanuit het gezichtspunt van een door de bomen klauterende eekhoorn. Zijn nieuwste film, Los amantes del circulo polar (De minnaars van de poolcirkel), is ingetogener. De balans is iets meer naar de tekst verschoven, maar gelukkig is hij de kunst van de beeldtaal niet verleerd.

    Otto (Peru Medem, Fele Martinez, Victor Hugo) en Ana (Sara Valiente, Najwa Nimri, Kristel Diaz) ontmoeten elkaar als ze acht zijn en er is meer dat hen aantrekt dan hun gespiegelde namen. Als zijn vader en haar moeder met elkaar trouwen worden hun heimelijke ontmoetingen allengs heftiger. Maar er tikt een tijdbom: ze zoeken in elkaar hun verloren ouders.

    Medem past ervoor om een rechtlijnig verhaal te vertellen. Om en om filmt hij de gebeurtenissen vanuit het oogpunt van Otto en Ana en midden in scenes schakelt hij tussen de acteurs die de jeugdige en de volwassen personages spelen. Het zijn geen originele methodes, maar ze werken goed om de film een subjectief en droomachtig gevoel te geven.

    Hoewel het camerawerk minder uitbundig is dan in zijn eerdere films, tovert Medem in Los amantes del circulo polar weer beelden voor die zich in het geheugen vastzetten, zoals een zoen onder het bed of papieren vliegtuigjes die uit een raam vliegen. Hij is een regisseur die het vooral van atmosfeer moet hebben. De bijna continue muziek van Alberto Iglesias draagt daar voor een belangrijk deel aan bij.

    Of Los amantes del circulo polar werkelijk overtuigt hangt af van de bereidheid van de kijker om de wat gezochte constructie van het verhaal te accepteren. Wie geloofwaardigheid zoekt kan deze film beter mijden. De film zit vol met thema’s die in cirkelbewegingen met elkaar verbonden zijn. Het levert een romantisch sprookje op dat, zoals goede sprookjes betaamt, ook zijn scherpe kanten heeft. De boodschap mag dan wel zijn dat de geliefden voor elkaar bestemd zijn, de film doet je afvragen in hoeverre dat niet eerder tragisch dan gelukkig is. En van een zoet slot is ook al geen sprake.


    • Cijfer (0-10): 8
  • Filmrecensie: After life

    • Japan, 1998
    • Regie: Kore-eda Hirokazu
    • Met: Takashi Mochizuki en Shiori Satonaka
    • Scenario: Kore-eda Hirokazu
    • Camera: Yutaka Yamazaki
    • Montage: Kore-eda Hirokazu
    • Art directie: Tochihiro Isimi en Hideo Gunji
    • Muziek: Yashuhiro Kasamatsu
    • kleur, mono, 118 minuten
    • Gezien: 19 september 1999, ’t Hoogt, Utrecht

    Een paar jaar geleden maakte de Japanse regisseur Kore-eda Hirokazu grote indruk met Maborosi. Hierin toonde hij op schrijnende en haast woordloze wijze hoe een jonge vrouw de zelfmoord van haar man verwerkt. Ook After life gaat over de dood, maar nu gezien vanuit de overledenen. Dat levert een veel vrolijker beeld op, dat getuigt van liefde voor het leven.

    After life speelt in een verlaten kantoorgebouw dat dienst doet als station tussen leven en dood. De gestorvenen krijgen er de opdracht om in paar dagen een dierbare herinnering te kiezen. Deze zal op film worden vastgelegd en bij vertoning zal de dode al het andere vergeten en naar het hiernamaals vertrekken. Aan de basis van de film liggen honderden straatinterviews. Kore-eda, van oorsprong documentairemaker, heeft twaalf van deze verhalen uitgekozen en ze gedeeltelijk laten vertellen door de echte personen en gedeeltelijk door acteurs.

    De personages en de verhalen zijn zeer divers. Ze lopen van een man die vertelt over zijn veroveringen tot een meisje dat gek is op Disneyland. Van een vrouw die zich herinnert hoe ze als vierjarige een dansje maakte voor haar broer tot een piloot die nooit vergeten is hoe de wolken er op een bepaald moment vanuit zijn cockpit uitzagen. Kore-eda laat de mensen meer vertellen over hun leven dan Japanners gewoon zijn te doen, en alleen al daarom is After life een boeiende film.

    Het eerste dat duidelijk wordt is hoe groot de breuk is die de Tweede Wereldoorlog in het Japanse bewustzijn geslagen heeft. Het verschil tussen de mensen die de vernedering van het heilig geachte regime hebben meegemaakt en de generatie die Japan alleen kent als welvaartsstaat is levensgroot. Daarnaast valt op hoe klein de meeste wezenlijke herinneringen zijn. Niet de beslissende gebeurtenissen zijn het meest dierbaar, maar juist de onverwachte momenten van geluk.

    Het tempo van After life ligt laag. Het geeft gelegenheid om na te denken over het eigen leven. In de normale doen is het een slecht teken als de gedachten afdwalen bij een film, maar hier is het een pre. Het lijkt er echter op dat Kore-eda bang was om de kijkers helemaal kwijt te raken. Parallel aan de getuigenissen heeft hij een plot geweven. Hier wringt de film een beetje, omdat het de aandacht wegtrekt van de in haar eenvoud prachtige werkelijkheid naar een constructie.

    Het mooiste aan After life zijn de mensen. Je zou haast vergeten dat er een goed regisseur voor nodig is om ze zo tot hun recht te laten komen.

    • Cijfer (0-10): 8