Toen op 22 juni bekend werd gemaakt dat Sander Kollaard de Libris Literatuur Prijs 2020 gewonnen had, was ik teleurgesteld. Niet dat ik zijn Uit het leven van een hond al gelezen had, maar ik kon me niet voorstellen dat het zo mooi was als Vallen is als vliegen van Manon Uphoff. Dat boek maakte vorig jaar een verpletterende indruk op me.
Ik begon dus Kollaards boek te lezen met de voortdurende vergelijking met Uphoff in het hoofd. Ik zocht naar onderbouwing waarom Uphoff echt had moeten winnen.
Maar gedurende de leessessies viel de behoefte om te vergelijken weg. Kollaards boek nam het over.
Op het eerste gezicht kunnen boeken haast niet sterker van elkaar verschillen dan deze twee. Kollaard beschrijft een dag uit het leven van Henk, ic-verpleegkundige van 56 jaar. Met zorgen om zijn doodzieke hond, inkopen doen, een ontmoeting in een bus, een barbecue op de verjaardag van zijn nichtje. Met het passeren van kleinere (en naar de ontknoping toe) iets grotere gebeurtenissen krijgen we een steeds beter beeld van de binnenwereld van Henk. (Volgens sommige lezers overigens gaat het leven Henk makkelijk af, ik heb daar mijn twijfels bij.)
Het metaforische vuurwerk van Uphoff contrasteert sterk met de ingetogenheid van Kollaard. Bij haar dient taal minder om het bestaan te begrijpen, meer om het te bezweren. Het boek gaat dan ook over iemand die een heftig verleden te verwerken heeft (door een incestueuze vader), en daar geen gewone zinnen voor kan gebruiken.
Toch zijn er ook overeenkomsten. Allereerst gloort er door het verhaal van Henk ook heftige gebeurtenissen door (onderkoeld verteld). Daarnaast proberen in beide boeken de hoofdpersonen iets van hun leven te maken. Daarbij grijpen ze terug op hun culturele bagage.
Ik realiseerde me hoezeer boeken elkaar nodig hebben. Want culturele bagage bestaat niet uit één boek, één schilderij, één opera. Het bestaat uit de interactie van alles wat je gelezen, gezien, gehoord hebt. Daarmee weef je je eigen culturele vangnet. Goede kunstwerken vullen elkaar daarbij aan, ze zijn geen concurrenten.
Dat zette mijn vraag wie de Libris Literatuur Prijs had moeten winnen in ander daglicht. Moet ik een boek afwijzen ten koste van een ander?
Ik pleit er niet voor om de prijs maar af te schaffen. De uitreiking en de aanloop zijn nog een van de weinige momenten dat literatuur uitgebreid aandacht krijgt in de media. Die aandacht is broodnodig.
Maar dat wil niet zeggen dat ik mee moet in het idee dat er maar een boek het beste is. Ik wil omarmen dat er zoveel mooie boeken zijn. Daarbij blijf ik Vallen is als vliegen een fantastisch boek vinden dat mijn leven voor een deel veranderd heeft. Een boek dat maar eens in de zoveel jaar voorbijkomt. Het lezen van Uit het leven van een hond heeft daar niets aan afgedaan. Het heeft die ervaring alleen maar versterkt.
Lees ze! Allebei.