Een film van zeven-en-een-half uur. In zwart-wit. Met amper camerabewegingen en shots van soms tien minuten. Is het uit te houden?
De eerste keer dat ik Sátántangó van Belá Tarr zag, in 1994, viel het me niet mee. Althans, zo herinner ik het me, 30 jaar later. Ik had maar een scène echt onthouden: twee mannen zitten op een bankje in een gang van een oud kantoorgebouw te wachten. Er is een klok in beeld. En het duurt maar. De mannen kijken voor zich uit en zeggen niets.
Ik zag de scène terug, en hij duurde veel korter dan ik me herinnerd had. Na een tweetal minuten gaat er een deur op en in de gang. Een ambtenaar komt naar buiten. En dan loopt hij de gang uit, van de mannen weg. Ik moest er om grinniken.
Blijkbaar heeft 30 jaar films kijken, maar ook schilderijen zien, me geholpen bij het verteren van deze klassieker. Want deze keer vond ik hem prachtig, en had ik geen enkele moeite met de lengte (2 keer onderbroken voor een pauze van 20 minuten).
Genoten van hoe de 12 hoofdstukken in elkaar grijpen. Regelmatig blijken we dezelfde gebeurtenis te zien vanuit een ander perspectief. Genoten van het geweldige zwart-wit, dat zeer tot zijn recht komt in de gerestaureerde versie. Genoten van de voortdurende regen dat een universum van modder maakt. Genoten van het gebruik van vitrages, waardoor Tarr kan scherpstellen op de voor- en achtergrond. Genoten van de referenties aan Vermeer en Caspar David Friedrich.
Maar vooral ook genoten van het verhaal. In een verlaten dorp wordt er gekonkeld over de jaarlijkse uitbetaling. Dan ontstaat er onrust. Het verhaal gaat rond dat de doodgewaande Irmiás met zijn maat Petrinas in aantocht zijn. Als hij verschijnt, na een dramatische gebeurtenis, weet hij de dorpelingen te overtuigen om hun geld af te staan. Hij zal zorgen dat ze een nieuw, mooi leven kunnen beginnen in een landhuis.
Waarom maakte het verhaal deze keer zoveel meer indruk? Ik denk dat ik het toen zag als een beschrijving van een afgelegen gebied in Europa. Maar 30 jaar later zijn de thema’s ook in West-Europa actueel geworden. De valse profeet met zijn gladde taal. Het begrip vrijheid dat als een wordt wordt voorgehouden. De dromen zonder handelen. De manipulatie en de ontgoocheling. De verschillen tussen oost en west blijken stukken kleiner dan ooit gedacht.
Pas nu kon ik zien wat een cinematografisch en visionair meesterwerk Sátántangó is. Als hij over een paar jaar weer langskomt in de bioscoop, ga ik weer.
Geef een reactie