Mijn lievelingsfilms van 2022

Je bent alvast doodgegooid met allerlei eindejaarslijstjes. Waarom dan mijn lijstjes eraan toegevoegd? Simpel: omdat het leuk is aan het eind van het jaar terug te kijken. En ook omdat ik het leuk zou vinden om in de reacties te lezen wat jij van deze films vindt, en wat jouw favoriete films waren.

Je bent alvast doodgegooid met allerlei eindejaarslijstjes. Waarom dan mijn lijstje (in chronologische volgorde) eraan toegevoegd? Simpel: omdat het leuk is aan het eind van het jaar terug te kijken. En ook omdat ik het leuk zou vinden om in de reacties te lezen wat jij van deze films vindt, en wat jouw favoriete films waren.

Licorice pizza

Licorice pizza van Paul Thomas Andersson was de eerste film die ik zag na de winterlockdown. Een betere start van het filmjaar was amper denkbaar, want dit is echt een filmfeest. Er spreekt zoveel plezier uit deze verbeelding van de jaren 70 in San Fernando Valley, en in het spel van de jonge hoofdrolspelers Alana Haim en Cooper Hoffman (zoon van de betreurde Philip Seymour Hoffman). Om fluitend de bioscoop te verlaten

Lees verder “Mijn lievelingsfilms van 2022”

Ennio

De biopic Ennio is net zo over de top als de muziek van Morricone zelf. Voor mij verdwenen daarbij de inhoudelijke bezwaren.

Ennio Morricone wilde eigenlijk arts worden, zo vertelt aan regisseur Giuseppe Tornatore in de aan hem gewijde biopic Ennio. Maar zijn vader wilde dat hij in zijn voetsporen trad als trompettist. Morricone deed dat tegen wil en dank.

Daarmee is de toon gezet: de (film)componist, eigengereid, maar ook uiterst gevoelig voor de oordelen van autoriteiten: zijn vader, conservatoriumdocent Petrassi, de Oscar-Academy. Morricone is zo gevoelig, dat hij, bijna 90 jaar oud, nog moet huilen om bewonderende opmerkingen die hij decennia eerder kreeg. We krijgen bewijsdrang te zien in optima forma.

Ennio zou wellicht een draak van een film geworden zijn, als hij niet doordesemd was van zijn muziek en de bijbehorende filmbeelden. Wat een diversiteit, wat een pracht.

Er is wel het een en ander af te dingen op de claims die in Ennio gedaan worden, zo betoogt Frits de Jong in de Filmkrant. Er worden muzikale vernieuwingen aan Morricone toegeschreven die hem niet toekomen. De Jong vindt dan ook, dat alle talking heads die Morricone de hemel inprijzen, afbreuk doen aan de film.

Inhoudelijk heeft hij daar waarschijnlijk gelijk in. Ik heb de film echter anders gezien: als net zo over de top als de muziek van Morricone zelf, met zijn geluidseffecten, violen en niet-ingehouden emoties. Want Morricone liet zich niets gelegen liggen aan het adagium dat filmmuziek onopvallend moest zijn. Bij hem is film beeld én geluid, niet beeld met geluid.

Morricone werd dan wel geen arts, zijn muziek werkt wel als medicijn. Als een uitnodiging om je over te geven aan de emoties van de film, en de wereld buiten de deuren van de filmzaal te laten liggen. Escapisme als een vlucht naar binnen.

De kinderen van juf Kiet

Zou er een 2Doc-documentaire zijn die meer reacties op de sociale media losmaakt dan De kinderen van juf Kiet vorige week deed? Veel kunnen het er niet zijn. Twitter en Facebook stonden bol van loftuigingen voor deze leraar die op een Brabantse basisschool lesgeeft aan een klas met nieuwkomers. Het verbaasde me.

Niet dat ik op basis van deze film echt een oordeel kan vormen over haar handelen. Daarvoor zien we te weinig. Hoe ziet de dag in elkaar, een les? Welke ondersteuning heeft ze (soms zien we andere volwassenen in de klas)? Heeft ze lesmateriaal tot haar beschikking dat toegesneden is op kinderen die het Nederlands niet van huis uit meegekregen hebben? Krijgen de kinderen begeleiding voor het verwerken van wat ze allemaal hebben meegemaakt?

Ik kan wel oordelen over de keuzes die de regisseurs Petra en Peter Lataster hebben gemaakt in hun montage. Ze tonen me situaties waarin een leraar de kinderen sterk stuurt, weinig ruimte geeft, amper met ze in gesprek gaat (zeker in het begin), ze vaak fysiek dwingt. En ik zie kinderen (in prachtige opnames waarin ze even alleen zijn) met meer afkeer en angst spreken over de juf, dan met warmte. Ik heb kortom de indruk dat de regisseurs me een ander verhaal hebben willen vertellen dan wat er getuige de reacties is overgekomen.

Het is de valkuil van films met en over kinderen. Hun geestkracht, hun aanpassingsvermogen betovert. Het straalt af op de volwassenen om hen heen. De grens tussen ‘dankzij’ of ‘ondanks’ vervaagt.

I am not your negro

Drie weken geleden beschreef ik mijn twijfels over Hallo witte mensen van Anousha Nzume. Nu ik de documentaire I am not your negro van Raoul Peck gezien heb, is me nog duidelijker geworden waardoor dat boek me niet aansprak.

Uitgangspunt van de film is het boek dat de zwarte Amerikaanse schrijver James Baldwin begon over zijn herinneringen aan drie vermoorde burgerrechtenstrijders: Medgar Evers, Malcolms X en Martin Luther King. Verder dan 30 pagina’s kwam het manuscript niet.

De Haïtiaanse regisseur Raoul Peck heeft dit verder uitgewerkt met archiefbeelden, interviews met James Baldwin en de teksten van Baldwin voorgelezen door Samuel Jackson.

De beelden en de montage zijn sterk, maar het meeste indruk maakten op mij toch de woorden van Baldwin. Net als bij Nzume spreekt hij over white privilege. Maar waar ik door haar amper bereikt wordt, spreekt Baldwin me wel aan. Wat is het verschil?

Nzume beschrijft in de kern wat je wel moet en niet mag zeggen en denken. Je moet je bewust zijn van je privilege. Je mag je geen cultureel eigendom van andere culturen toeëigenen. Het is de taal van de gouvernante.

Bij Baldwin geen opdrachten, geen gebedel. Hij spiegelt de witte mens voor wat het voor hemzelf betekent als hij zijn ogen sluit voor de wereld, voor de geschiedenis. De witte mens wordt er zelf slechter van, raakt bezoedeld. Hij zal dus uit eigenbelang de werkelijkheid onder ogen moeten zien, niet omdat het hoort of om iemand anders een plezier te doen.

We hoeven het niet te doen voor hem. De zwarte heeft al tijden geleerd om met de situatie om te gaan. Het is de witte mens die hulpeloos is.

Baldwin daagt me uit hierover na te denken. Daagt me uit te zien wat mijn positie als blanke man betekent in mijn bestaan en mijn omgeving. Als ik zijn verhaal overbreng van Amerika naar Nederland, daagt hij ons uit na te denken over wat de uitbuiting van Indië, de slavenhandel, het protectionisme ten opzichte van de derde wereld met zich meebrengt.

Baldwins boodschap is een onontkoombare mokerslag.

Leren kijken

Rond de eeuwwisseling bezocht ik zo’n honderd films per jaar (en schreef erover in gebrekkig proza op een prehistorisch vormgegeven website).

Deel van de routine was een wekelijks bezoek aan de Sneak Preview, waar een verrassingsfilm gedraaid werd die nog niet in première was gegaan. Het was een bijzondere sensatie om je te laten overspoelen door een film waar je nog niets van wist, zelfs niet in welk genre hij te passen was.

Er kwam nog een interessant effect bij. Als een aantal weken later de film ging draaien kon ik in de kranten recensies lezen over een film waar ik al een oordeel over gevormd (en opgeschreven) had. Zo begon ik ook duidelijk onderscheid te zien tussen de verschillende recensenten.

Al snel bleek dat Hans Beerekamp mijn ideale gids was. Films waarvan ik had genoten, werden door hem geprezen. Bovendien liet hij me dingen zien die ik gemist had.

Ik vond het dan ook jammer toen hij stopte met zijn filmrecensies in 2003. Als ik het me goed herinner zag ik zijn overstap van het schrijven over het grote doek naar het kleine scherm als een degradatie. Wat een vergissing.

Want de tv-recensies van Beerekamp (later beschreef Nina Polak in De Correspondent wat een Sisyphus-arbeid het was) gingen veel verder dan het beschrijven van wat er de vorige avond op de buis was geweest. Beerekamp gebruikte de tv als het venster waardoor hij de wereld beschouwde. In rijke taal, zonder dik te doen. Scherpe observaties van een land in verwarring, en de vertaling daarvan naar het beeld.

Nu gaat Beerekamp stoppen; het dagelijkse nachtwerk wordt te veel.

Het moest er een keer van komen, het vervult met weemoed. Want Hans Beerekamp heeft me velen malen de ogen geopend, heeft me beter leren kijken. Heeft me er bewust van gemaakt dat ieder shot, iedere kadrering, alles wat weggelaten is, voortkomt uit een keuze.

Voor dit soort monomanen kun je alleen maar dankbaar zijn.

De kracht van animatie

Open was drie jaar oud, toen zijn spraak en zijn motoriek ernstig terugvielen. Tot wanhoop van zijn ouders werd hij onbereikbaar; hij sprak alleen nog koeterwaals, en werd gediagnosticeerd met een acute vorm van autisme. Dit is het uitgangspunt van de documentaire Life, animated, die na de uitzending afgelopen maandag nog op de sites van 2Doc (Flash) en NPO is te zien.

[vimeo 200970093 w=640 h=360]

Inmiddels is Owen 26 jaar. Hij staat op het punt om zijn ouderlijk huis te verlaten om elders (begeleid) te gaan wonen. In de tussenliggende jaren is er iets opmerkelijks gebeurd.

Toen Owen negen was, ontdekte zijn vader dat hij alle tekenfilms van Disney woord voor woord uit zijn hoofd kende. Sterker nog: hij die afgesloten leek van de wereld, bleek die wereld te begrijpen aan de hand van die films. En langzaamaan begon hij weer te praten.

De kern zit aan het eind, als Owen tegen een zaal met Franse wetenschappers zegt: “Hoe mensen autisten zien, dat ze niet met anderen willen zijn, klopt niet. Mensen met autisme willen wat iedereen wil. Maar soms zijn we verward en weten we niet hoe we contact met anderen moeten leggen.”

Het geeft een idee wat een geweldige strijd zich ongezien in mensen met autisme moet afspelen. En de film laat ook zien hoeveel doorzettingsvermogen en intelligentie gevraagd wordt van ouders, broers en zussen.

Life, animated maakte me ook bewust van iets anders: het geheim van animatie. In de documentaire wordt geopperd dat de overdreven emoties van de tekenfilms Owen helpen om grip op het verhaal te krijgen. Volgens mij speelt er nog iets anders: in tegenstelling tot speelfims beginnen animatiefilms (of ze nu getekend zijn, of met stop motion gemaakt, maar niet door de computer gegenereerd) met helemaal niets. Ieder beeldelement is een bewuste keuze, en staat ten dienste van het verhaal.

Animatiefilms zijn composities, geen registraties. En daardoor komen ze zo krachtig over. En niet alleen bij Owen.

Na de storm

Sommige films kun je maar beter in je eentje zien. Omdat ze te dichtbij komen.

Rond het middaguur zat ik met vier vreemden naar After the Storm van de Japanse regisseur Kore-eda Hirokazu te kijken.

Een prachtig verstilde film, over een door goklust aan lager wal geraakte schrijver, zijn moeder en zus, zijn ex en zijn zoon. Een fijnzinnig familiedrama.

En dan is er ineens die ene scène. Een indirecte boodschap van zijn vader, die enige tijd voorheen plots overleed.

De scène kwam zo aan, dat ik me ineens realiseerde waar mijn pijn vandaan komt. Wat ik nog op te lossen heb. En ik voelde me gesterkt in de overtuiging hoe belangrijk het is liefde uit te dragen waar het kan.

Het is maar een particuliere reactie. Zoals er zoveel particuliere reacties zijn die dit soort prachtfilms kunnen oproepen.

Zelfdestructie

Op de dag dat de dood van Philip Seymour Hoffman bekend werd zag ik de laatste aflevering van Ramses.

De overeenkomst lijkt voor de hand te liggen: artistieke zelfdestructie.

Maar misschien zijn het tegengestelden.

Shaffy predikte het hedonisme, met verkettering van ieder die niet mee wilde doen.

Bij Seymour moet ik denken aan de eerste film die ik met hem zag: Happiness van Todd Solondz. De wanhoop en duisternis van de menselijke ziel in elk beeld.

Seymour Hoffman is waarlijk voor óns gestorven.

Filmrecensie: Angela’s ashes


Het verhaal biedt veel dramatische aanknopingspunten, de acteurs zijn goed, de beelden zijn mooi. Toch is Angela’s ashes van Alan Parker niet geslaagd. Met alle moeite die er voor de film genomen zijn, zoals de herbouw van de krotten van Limerick, is ergens het hart verloren gegaan. Het levert een film op die druilerig is als de West-Ierse plaats waar hij zich afspeelt en waarvan alle ellende de kijker koud laat.

Het gelijknamige boek van Frank McCourt was een aantal jaren geleden een bestseller. Het verhaalde semi-autobiografisch van zijn jeugd. Hoe hij met zijn ouders in 1935 terugging van New York naar Ierland op de vlucht voor de armoede om in nog grotere misère te belanden. Hoe drie van zijn broertjes en zusjes overleden, hoe zijn vader het geld, als hij eens een keer een baan had, verdronk, hoe zijn moeder zich moest verlagen om het gezin te redden.

Resten van het boek zijn te horen in de voice over die op ironische wijze commentaar geeft op de gebeurtenissen. Op die momenten wordt het schrijnend duidelijk waar het in de film misgaat. De beelden ontberen de afstandelijkheid, waardoor iedere subtiliteit verdwijnt. Erger nog is dat de film na het eerste halfuur voorspelbaar wordt. Ellende wordt op ellende gestapeld en de karakters volgen netjes het pad dat voor ze uitgezet is.

Emily Watson en Robert Carlyle, die de ouders spelen, doen duidelijk hun best, maar hun rollen zijn zo stereotiep dat zelfs hun spel gaat vervelen. Interessanter zijn de rollen van de verschillende kindacteurs, bijvoorbeeld Ciaran Owens, de middelste van de drie jongens die Frank spelen. Als de film ontroert, dan is het waar bij hen de vroegwijsheid doorbreekt.

Wat geldt voor de karakters gaat in nog sterkere mate op voor de vormgeving: er is geen ontwikkeling. Limerick is vies, het regent er altijd en het wordt voortdurend in een romantische blauwe waas weergegeven. Hoe mooi de plaatjes ook zijn, vroeg of laat gaan ze vervelen. De sentimentele muziek van John Williams maakt het er niet beter op.

Angela’s ashes is een film zonder karakter. Parker meent dat mooi gefotografeerde gebeurtenissen voldoende zijn om een boeiend verhaal te vertellen, maar hij vergeet er wat mee te doen. Hij neemt geen afstand, maar kruipt ook niet onder de huid van de personages, zoals Neil Jordan bijvoorbeeld deed in The butcher boy. Hij levert noch sociaal, noch psychologisch commentaar. Wat rest komt over als gezeur over een arme jeugd. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.


  • Cijfer (0-10): 5