Woensdag ging ik om kwart over acht in de ochtend naar het stembureau om in te stemmen met het Oekraïne-akkoord. Naar ik begrijp zou ik spijt moeten hebben, nu de kiesdrempel net gehaald is, en er twee keer meer tegen- dan voorstemmers bleken te zijn. Ik heb het niet.
Wie een verkiezing of een referendum ziet als een wedstrijd kan dat gevoel hebben. Doordat hij is gaan stemmen, heeft de andere gewonnen. Anders was de wedstrijd onbeslist gebleven.
Maar stemmen is geen wedstrijd. Ondanks het kamerlid dat de voorstemmers voor losers, en de thuisblijvers voor dubbele losers uitmaakte. Oude communistische tijden herleefden.
Het grootste deel van de bevolking is tegen het associatieverdrag. Dat bleek overduidelijk uit de uitslag, en ook uit opiniepeilingen vooraf. Of je vindt dat gegeven van politiek belang, en dan moet je daar wat mee, ongeacht de uitslag van het referendum. Of je vindt dat niet van belang, dan moet je het referendum afschaffen of op zijn minst aanpassen.
In beide gevallen is het goed dat de kiesdrempel is gehaald.