Geen betere start van mijn voornemen een jaar alleen boeken van vrouwen te lezen, dan de twee ‘vrouwenboeken’ die kans maken morgen de Libris Literatuurprijs te winnen. Een groter verschil dan tussen Het smelt van Lize Spit en Zachte riten van Marja Pruis is moeilijk voorstelbaar.
Het smelt
Het smelt is een grote hit: 160.000 exemplaren verkocht plakt de uitgever inmiddels op het omslag. Zulke aantallen haal je alleen als lezers het boek echt mooi vinden; mond-tot-mondreclame is essentieel. Ik kan dus gerust verklaren dat het boek me niets deed; uitgever en lezers kunnen het naast zich neerleggen. Ik vond het te lang, te wijdsprakig, te plotgedreven (waarbij het plot mij halverwege het boek al begon te dagen). Had er niet een redacteur naar moeten kijken? De verkoopcijfers zeggen van niet.
Zachte riten
Nee, dan Zachte riten. Marja Pruis schrijft…
Als je bijvoorbeeld een gevoel van gemis of een ervaring van vergankelijkheid omstandig toelicht, verpest je de onbestemdheid van het gevoel, het kortstondige van het moment.
… en verwoordt daarmee waarom ik dit zo’n mooi boek vind en Het smelt niet.
Zo’n fijnzinnig boek als Zachte riten heb ik in tijden niet gelezen. Het draait om een universitaire poëzie-docente van achter in de veertig. Veel vraagt haar aandacht: de studenten, de poëzie, het verdwijnen van haar broer, de terminale ziekte van een vriendin, beschuldigingen aan het adres van een collega waar ze zeer op gesteld is.
Pruis laat al deze draden naast elkaar lopen, weeft er geen plot van. En vooral: ze werkt niet naar een ontknoping. Daarmee roept ze een herkenbaar levensgevoel op: alles vraagt om aandacht en blijft om aandacht vragen. De constante ben je zelf, je manier om op de ontwikkelingen te reflecteren en te reageren.
Deze gelaagdheid komt terug in de stijl. Pruis schrijft prachtige zinnen. Als ik ze lees, hoor ik Debussy. Bijna iedere zin is af, kan op zichzelf staan. Bij elkaar maken ze de harmonieën. (Het is niet voor niks dat Cézanne in het boek opduikt: de schilder die door nevenschikking een complexe wereld kan verbeelden.)
Inhoud en stijl sluiten naadloos op elkaar aan. Het lezen riep in mij het gevoel op dat ik ook kan hebben bij het luisteren naar een middellange compositie: je mag het over je laten komen, hoeft niet alles te begrijpen. En waarschijnlijk hoor je de volgende keer weer iets anders.
Als een jaar vrouwenboeken meer van dit soort leessensaties oplevert, ben ik blij!