Raisonanz

  • De Sobibor Tapes

    De Sobibor Tapes

    “Er is nog meer, maar niet alles kan onder woorden worden gebracht.”

    Met deze woorden sluit de documentaire De Sobibor Tapes – De Vergeten Interviews Van Jules Schelvis af. Uitgesproken door een van de weinige overlevenden van het vernietigingskamp. Na een uur kijken besef je: ik heb gehoord wat er gebeurd is, maar ik zal het nooit echt weten.

    Dat we het te zien en te horen krijgen is al bijzonder. Jules Schelvis besloot begin jaren tachtig 12 overlevenden van het kamp te interviewen met behulp van een van de eerste consumenten-videocamera’s. Maar de documentaire die hij voor ogen had, kwam nooit van de grond en de opnames verdwenen in het archief van het NIOD. Veertig jaar later kwamen ze weer te voorschijn. Piet de Blaauw maakte een nieuwe documentaire, die zowel gaat over het kamp (en de opstand), als over Jules Schelvis en zijn project.

    Schelvis is maar twee uur in Sobibor geweest. Het waren de twee beslissende uren van zijn leven. Hij arriveerde er met zijn vrouw Rachel en haar ouders. Zij werden onmiddellijk in de gaskamer vermoord; hij werd tewerkgesteld in een ander kamp en overleefde de Shoah.

    Veel van de geïnterviewden vertellen over dat moment: dat tot hen doordrong dat hun naasten vermoord waren. Stuk voor stuk wensten ze dat ze ook omgekomen waren. Maar ze leefden door. Om te getuigen. Ze wisten dat de nazi’s geen sporen hadden willen achterlaten van hun misdaden. Maar zíj konden de sporen laten zien. Blijven leven was hun beste verzet.

    Duiden hierop de slotwoorden van de documentaire? Is dit wat niet onder woorden gebracht kan worden? De verscheurende tegenstelling tussen doorleven en vertellen aan de ene kant, en het blijvende gevoel dat je dat ene moment waarop het leven tot stilstand kwam, niet overleefd had willen hebben?

    Of zoals Schelvis’ naaste medewerker Jetje Manheim vertelt:“Jules heeft heel lang kunnen leven met Sobibor. Tot een jaar voor zijn dood. Toen begon het hem in te halen.”

    Er komen de laatste tijd veel vergelijkingen tussen de huidige corona-tijd en de oorlog voorbij. Het verhaal, en het lijden, van Schelvis en de zijnen maakt deze woorden onverdraaglijk.

    Dus kijk en hou het verhaal levend.

  • De leeslijst van woensdag 27 januari 2021

  • De leeslijst van dinsdag 26 januari 2021

  • De leeslijst van maandag 25 januari 2021

    Nu ik amper meer actief ben op Twitter, ga ik iets anders doen. In plaats van al het interessants wat voorbijkomt meteen te retweeten, spaar ik boeiend leesvoer op voor een dagelijks(?) overzichtje. Klassiek webloggen dus.

  • Link: Coen Peppelenbos over dichten voor het volk

    De een vond het optreden van Amanda Gorman bij Bidens inauguratie prachtig, de ander liet het koud.

    Coen Peppelenbos zet het op het literaire weblog Tzum in een kader, en vergelijkt het met John Ewbank en onze dichters des vaderland (waaronder de pas aangetreden Lieke Marsman). Interessant betoog, waarbij hij wel grotendeels voorbijgaat aan het verschil tussen poëzie voor het oog en voor het oor.

    Column: Coen Peppelenbos – De kracht van clichés – Tzum.info

  • Én

    Én

    De laatste roman van Esther Gerritsen, De terugkeer, kent een sterk plot, dat aan Couperus doet denken. Maar het is niet het plot dat de grootste indruk op mij maakte. Het was één alinea, of misschien wel, een woord van twee letters.

    Wat voorafging: 16 jaar na de zelfmoord van haar depressieve man vertrekt Johanna met haar vriend Frans naar zijn huis op Ibiza. Als ze de eerste tekenen van dementie begint te vertonen, dumpt Frans haar bij haar kinderen in Nederland. Nadat ze daar een paar weken is, lezen we:

    Johanna ligt ook wakker. Ze denkt aan Frans en vraagt zich af of het nu warm is op Ibiza. Ze mist de zon. Ze mist het gevoel van blote voeten op de warme stoeptegels van hun terras. Zijn terras, corrigeert ze zichzelf. Frans heeft niets meer van zich laten horen en Johanna denkt aan de tegels.

    Esther Gerritsen, De terugkeer 84.

    Veelzeggend mooi is al de opvolging “hun terrras, zijn terras”. Niet alleen vanwege hun en zijn, maar ook omdat ‘terras’ van lading verandert. Van een ruimte om in geborgenheid rond te gaan, naar een bezit dat anderen uitsluit.

    Maar de klap op de vuurpijl is het de laatste ‘en’.

    Is het de nevenschikkende en? Dat Johanna aan tegels denkt staat los van het gedrag van Frans. Misschien beseft ze zijn verraad niet eens, door haar geestelijke achteruitgang.

    Of is ’t het verwijtende én (‘ik zit me hier uit te sloven, én jij zit maar voor de televisie!’)? Het kan Johanna niets schelen dat ze Frans niet meer ziet, ze mist alleen de warmte van het eiland. Ze is minstens zo harteloos als Frans.

    Of duidt ‘en’ op een oorzakelijk verband? Het handelen van Frans is zo confronterend, dat Johanna er alleen maar omheen kan denken. Een groot gemis uit zich in het missen van een kleinigheid.

    Je kunt zoeken naar de juiste betekenis (wat bedoelt de auteur?). Je kunt het ook alle drie waar laten zijn. Dan vormt de betekenis die je hecht aan het woord ‘en’ je beeld van Johanna , en daarmee je interpretatie van de rest van het book .

    Dan is ‘en’ de as waar het boek om draait. Geef het een slinger en het wordt een ander boek. Mooi vind ik dat.

  • Een onaangenaam mens

    Een onaangenaam mens

    Niemand hoeft in Amsterdam in eenzaamheid begraven te worden. Daar zorgt Stichting De Eenzame Uitvaart voor. Lang regelde F. Starik dat er bij de uitvaart een speciaal geschreven gedicht werd voorgedragen. Na zijn vroege overlijden in 2018 heeft Joris van Casteren zijn rol overgenomen.

    Van Casteren regelt niet alleen een dichter, hij schrijft ook —soms op basis van zeer beperkte gegevens— portretten van de overledenen.

    Is er iets afschrikwekkenders dan alleen sterven? Kan je leven meer mislukken dan dat? De verhalen van Van Casteren zijn dan ook stuk voor stuk indrukwekkend.

    Er zijn verhalen die nog iets sterker bij me binnenkomen dan de andere. Over Uitvaart #257 bijvoorbeeld. Dat mevrouw P. op 100 meter afstand stief van waar ik tot tien jaar geleden woonde, zal daar aan bijdragen. Maar nog meer indruk maakt de wijze waarop ze voortdurend mensen van zich vervreemde. Zo veel mensen wilden haar helpen, even zoveel renden gillend weg.

    Wat een tragedie om zo onaangenaam te moeten zijn. Ik kan me niet voorstellen dat je dat zou willen. Ze zal niet anders gekund hebben. Iets had zich van haar meester gemaakt.

    Het verhaal houdt ook een spiegel voor. We zijn bijna allemaal op zijn tijd onaangenaam. We horen immers voor ons zelf op te komen.

    Maar er is een grens. In plaats van ‘memento mori’ denk ik nu: let erop aardig te blijven. En herlees zo nu en dan het verhaal over de schrik van Buitenveldert.

  • Draadje

    Kunst houdt op waar men haar begrijpt.

    I.K. Bonset, juni 1920.

    Deze intrigerende quote kwam ik tegen op de wikipedia-pagina over I.K. Bonset. Ik kwam er zo achter dat Bonset de pennaam was van de Stijl-kunstenaar Theo van Doesburg.

    Waarom zocht ik Bonset op? Omdat ik van de onvolprezen mailinglijst ljcoster een gedicht van hem toegestuurd kreeg. Deze mailinglijst stuurt al sinds de jaren negentig (?) iedere werkdag een gedicht toe. Je hoeft je alleen maar even aan te melden.

    De gedichten zijn ook terug te vinden op het weblog Neerlandistiek. Daar krijg je in het weekend nog zelfs twee gedichten extra.

    Wikipedia, ljcoster, neerlandistiek. Soms vergeet je wat een rijkdom het internet gebracht heeft. Je moet het alleen even weten te vinden.

  • Te veel voor een week (en waarom ik Twitter verliet)

    Te veel voor een week (en waarom ik Twitter verliet)

    Wat een week.

    • Een Amerikaanse president die zijn QAnonnenvoer afstuurt op het parlement. Dat zijn coup mislukt ligt enkel aan zijn luiheid en incompetentie.
    • Een partij die voorstelt om 1 miljoen Nederlanders het kiesrecht te ontnemen. Maar het is om Nederland weer ouderwets gezellig te maken, verkondigen diverse media.
    • Een politicus die aan een gefilmde, gezellige, borreltafel leugen na leugen mag verkondigen. De presentator, een vriend, laat het allemaal begaan.

    Het is om woest van te worden. Alle waarden waarmee ik ben opgegroeid, worden hier gekrenkt. Nooit meer fascisme lijkt niet zo zeker meer.

    Waar vindt de woede haar uitweg? Zeker tijdens een lockdown is Twitter het ventiel. Daar uit ik mijn spitsvondigheden, benoem ik opzettelijke en abusievelijke denkfouten, plaats ik me aan de goede kant van de geschiedenis.

    Wat levert het op? Het verandert de wereld niet. Wel veroorzaakt het onrust in mijn hoofd, die slaap en werk en leven in de weg staat.

    Dus ben ik er weg. Een stap terug om te bedenken wat ik wel kan doen, zonder het welzijn van mezelf en de mensen om me heen aan te tasten.

    Het spijt me wel. Ik mis de geestige gesprekspartners, de tips van de belezenen. Ik mis de getuigenissen van de verzorgenden in de corona-crisis. Ik zou ze weer een bemoedigend hartje willen zenden.

    Misschien bedenk ik nog hoe ik er het giftige kan vermijden en het voedzame kan behouden. Dan kom ik terug.

  • Muziek als bindmiddel

    Muziek als bindmiddel

    Eind maart 2020. We werkten al twee weken thuis en dachten dat het nog wel enige tijd zou kunnen duren. Het team communicatie kreeg de vraag hoe we konden helpen de staf van de onderwijsinspectie bij elkaar te houden. We zorgden voor een gefilmde paasboodschap van de stafhoofden. Daarin vertelden ze onder andere naar welke muziek ze luisterden toen ze ooit aan het blokken waren voor hun eindexamen. We riepen collega’s op in een app-groep ook hun studie- en thuiswerkmuziek te delen.

    Wisten we veel dat we eind december nog steeds thuis zouden werken. En dat de provisorische app-groep, aangevuld met een spotify- en youtube-lijst, nog steeds een bloeiend leven zou leiden en bijna tweeduizend nummers zou omvatten.

    Halverwege april zag het er immers heel anders uit. Collega’s hadden enthousiast hun bijdragen gedeeld, Maar nu bloedde het een beetje dood, en ik stond op het punt om er de stekker uit te trekken. Maar iemand liet me inzien dat veel collega’s van de chats en de muziek genoten, zonder zelf telkens een actieve bijdrage te leveren.

    Dus besloot ik er nog een slinger aan te geven. Vanaf toen opende ik iedere werkdag met een thema, met de uitnodiging om daarop te reageren. Wat steeds meer gebeurde.

    De thema’s lopen zeer uiteen. Soms zijn ze gekoppeld aan de actualiteit. Soms gaan ze over het onderwerp van de muziek, over het gevoel dat de muziek oproept, instrumenten die er in voorkomen. Maar het kan ook gaan over guilty pleasures, geheimtips of muziek die met een levensfase verbonden zijn.

    Na een paar maanden kwamen twee collega’s bovendien met een spel, dat we sindsdien iedere vrijdag spelen: het kettingspel. Als je een mooi vervolg ziet op het laatst gedraaide nummer (en de link kan van alles zijn), dan drop je het volgende nummer in de groep. Dat levert hele mooie combinaties op.

    Wat maakt de muziek-app zo’n effectief middel om thuiswerkende collega’s bij elkaar te brengen? Daar spelen verschillende zaken een rol bij.

    • Wie wordt er niet door muziek geraakt?
    • Je kunt op ieder moment aanhaken en afhaken. Als je het druk hebt, volg je het even niet, als je behoefte hebt aan contact, dan stap je weer in. Dat kan op ieder moment (want je valt niet midden in een discussie), en de Fear of Missing Out is beperkt.
    • Muziek nodigt uit om iets van jezelf te laten zien, maar het hoeft niet.

    Muziek delen met collega’s heeft nog een bijzonder aspect. Op de werkvloer is een behoorlijke leeftijdsspreiding: van twintigers tot zestigers. Dat maakt de diversiteit groot, en zorgt ervoor dat er veel bij elkaar te ontdekken valt. [Daarom neem ik nooit een decennium als thema, maar bijvoorbeeld ‘welke muziek luisterde je toen je zestien was?’]

    Natuurlijk loopt het niet altijd vanzelf. Soms moet je, naast de opstart ’s ochtends, een impuls geven. Maar het is essentieel om vrijheid te bieden. Gaat het een hele andere kant op, dan je het thema bedoeld had? Komt iemand de volgende dag met een nabrander? Alleen maar leuk, want de groep is uiteindelijk de baas.

    De muziek-app is een bron van plezier, en houdt je ook verbonden met collega’s waarmee je wat minder in videovergaderingen zit. En je houdt er ook nog nieuwe muziek aan over. Zo ontdekte ik deze week de Nieuw-Zeelandse band L.A.B. en de Braziliaanse zangers Marilia Mendonça. Zo wil ik nog wel een tijdje thuiswerken.