In de Kunsthal Helmond is de fototentoonstelling Walker Evans Revisited te zien. Hoogtepunt voor mij was de film Street van James Nares, waar je tergend langzaam door de straten van Manhattan gevoerd wordt.
Stapvoets trekt de camera langs het New Yorkse trottoir. De mensen lijken stil te staan of bewegen traag.
We kijken naar de film Street van James Nares uit 2011. Hij gebruikte een highspeedcamera (waar je ook zo mooi vallende druppels mee kunt filmen) vanuit een auto. Van de maximaal 6 seconde durende shots monteerde hij een film van een uur. Begeleid door lome gitaarmuziek van Thuston Moore (van Sonic Youth)
Mag ik een luistertip geven? Luister niet naar Nooit meer slapen van 5 januari 2023 waarin Femke van der Laan Laura van Dolron interviewt over haar voorstelling De Uitnodiging. Ga gewoon naar de voorstelling en laat je meevoeren.
In De Uitnodiging vertelt Van Dolron over haar nieuwe liefde. En ze laat hem ook zien, want Mark zit gewoon op het toneel. Een groter contrast met haar vorige voorstelling, waarin ze haar horrorscheiding besprak is amper voorstelbaar.
Meteen aan het begin spreekt Van Dolron haar zorg uit. Met verdriet op het podium zijn toeschouwers wel te boeien. Maar persoonlijk geluk? Roept dat niet alleen maar afkeer op?
Niet dus. De monoloog (want Mark zegt niet zo veel) boeit, prikkelt, ontroert.
65 keer liep ik dit jaar een Nederlands museum binnen. 65 keer liep ik weer voldaan naar buiten. Je kunt in dit land gerust iedere week naar een mooie tentoonstelling. Wat sprong eruit?
65 keer liep ik dit jaar een Nederlands museum binnen. 65 keer liep ik weer voldaan naar buiten. Je kunt in dit land gerust iedere week naar een mooie tentoonstelling. Wat sprong eruit (in chronologische volgorde)?
Net voor haar overlijden wijdde het voormalige Gemeentemuseum (ik blijf het maar zo noemen) een overzichtstentoonstelling aan deze Britse grand dame met Portugese wortels. Mooi om te zien hoe haar werk steeds indrukwekkender werd. En een goed voorbeeld hoe doeken pas beginnen te leven als je ze in het echt ziet. De diepte en plasticiteit van haar pastels is betoverend. Koppel het aan haar verhaal over macht in alle facetten, en je verlaat overdonderd de zalen. Ik probeerde daarna nog de Mucha-tentoonstelling in hetzelfde museum te bekijken, maar dat ging echt niet. De Rego-ervaring was zo overweldigend, dat er geen Mucha-zoet meer bij kon.
Je bent alvast doodgegooid met allerlei eindejaarslijstjes. Waarom dan mijn lijstjes eraan toegevoegd? Simpel: omdat het leuk is aan het eind van het jaar terug te kijken. En ook omdat ik het leuk zou vinden om in de reacties te lezen wat jij van deze films vindt, en wat jouw favoriete films waren.
Je bent alvast doodgegooid met allerlei eindejaarslijstjes. Waarom dan mijn lijstje (in chronologische volgorde) eraan toegevoegd? Simpel: omdat het leuk is aan het eind van het jaar terug te kijken. En ook omdat ik het leuk zou vinden om in de reacties te lezen wat jij van deze films vindt, en wat jouw favoriete films waren.
Licorice pizza van Paul Thomas Andersson was de eerste film die ik zag na de winterlockdown. Een betere start van het filmjaar was amper denkbaar, want dit is echt een filmfeest. Er spreekt zoveel plezier uit deze verbeelding van de jaren 70 in San Fernando Valley, en in het spel van de jonge hoofdrolspelers Alana Haim en Cooper Hoffman (zoon van de betreurde Philip Seymour Hoffman). Om fluitend de bioscoop te verlaten
Twee tentoonstellingen over muziek met een prominent als blikvanger in de Nederlandse musea. In het Haagse Huis van het boek is Ruud de Wild, Songbook te zien. Shirma Rouse is op haar beurt het gezicht van Gospel. Muzikale reis van kracht en hoop in het Utrechtse Catharijneconvent. Waar ik bij de ene tentoonstelling de bemoeienis geslaagd vond, leidde die bij de andere alleen maar af.
Acht eeuwen Nederlands lied
De tentoonstelling Ruud de Wild, Songbook in het Huis van het boek heeft als ondertitel ‘Reis door de geschiedenis van het Nederlandse lied´. Daar is geen woord teveel over gezegd. De basis is de unieke collectie van de Nederlandse Liederenbank, een databank waarin 180.000 liederen beschreven zijn, aangevuld met prachtig materiaal uit de Koninklijke Bibliotheek en het Allard Pierson Museum. Je kijkt je ogen uit bij de unieke drukken, zowel in de tentoonstelling als in het begeleidende boek. Zeker bij het materiaal van voor de 20ste eeuw, toen muziek alleen in schrift vastgelegd kon worden.
Ik wilde de tentoonstelling Ouders in het Fotomuseum Den Haag objectief bekijken. Dan kan natuurlijk niet.
Iedereen heeft ze. Haast iedereen kent ze of heeft ze gekend: ouders. Een universeler thema is bijna niet denkbaar voor de lopende tentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag (tot en met 13 november 2022).
Zo veel kinderen, zoveel ouders, zou je kunnen denken. Maar er is een rode draad te zien.
De tentoonstelling van Ragnar Kjartansson in De Pont in Tilburg verrastte me, terwijl ik wist wat me te wachten stond.
Bij performancekunst loop je de kans dat je van te voren al te veel over het kunstwerk gelezen hebt, waardoor de verrassing uitblijft. Met die spanning vertrok ik naar Tilburg, om Time changes everything, de tentoonstelling van de IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson (1976) in De Pont te bekijken. Het bleek een onterechte angst te zijn.
Ik had dan wel gelezen over de in goud geklede gitariste die voortdurend een e mineur aanslaat, over de honderden schilderijen die Ragnar van een mannelijk model bij de Biënnale van Venetië had gemaakt (samen de ruimte dag na dag verder vullend met drankflessen en sigarettenpeuken), over de video’s waarbij zijn moeder hem in het gezicht spuugt, maar ik had nog niets gezien.
De ene tentoonstelling loopt bijna af, de andere is net geopend. De werken van Joost Swarte en David Hockney zijn dus maar even tegelijk te bekijken in Teylers Museum in Haarlem. Maar zo tegengesteld als de kunstenaars op het eerste zicht lijken, toch was het interessant om ze samen te zien.
De ene tentoonstelling loopt bijna af, de andere is net geopend. De werken van Joost Swarte en David Hockney zijn dus maar even samen te bekijken in Teylers Museum in Haarlem. Maar zo tegengesteld als de kunstenaars op het eerste zicht lijken, toch was het boeiend om ze samen te zien.
David Hockney (1937) had zich betere plaats kunnen wensen voor Hockney’s Eye, dan het Museum van de Verwondering, zoals Teylers zich noemt. De tentoonstelling bevindt zich namelijk op het kruispunt tussen kunst en wetenschap, de twee pijlers van het museum.
Dit jaar volgde ik, voor de tweede keer, de collegereeks Caraïbische Dromen over (post-)koloniale literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Als dank besloten we als deelnemers voor Michiel van Kempen, hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren, een boekje te maken, waarin ze beschreven wat hun band met Suriname, de Antillen of Indië was. Dit was mijn bijdrage.
Ik zou het kort kunnen houden, want ik ben bijna nergens geweest. Alleen maar begin jaren negentig op bezoek bij een tante die op Aruba woonde (ze was bij haar werk voor het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse Zaken een Arubaan tegengekomen). Ik geloof niet dat ik in die week erg dicht bij de benedenwindse cultuur ben gekomen.
Daarmee raak ik het mooie van de Collegereeks Caraïbische Dromen. Ik ben ervan overtuigd, dat aandachtig lezen je dichter bij de ander brengt. En dat nog voor een fractie van de CO2-belasting.
Daarbij is één ding van groot belang: je ervan bewust zijn op welke basis je als veellezer je boeken kiest. Zo kwam ik er een paar jaar geleden achter dat ik veel meer boeken las van mannen, dan van vrouwen. Niet omdat boeken van vrouwen me minder aanspraken; ik las ze vaak met veel plezier. Blijkbaar was er een kracht die de keuze telkens weer op het boek van een man liet vallen.
De biopic Ennio is net zo over de top als de muziek van Morricone zelf. Voor mij verdwenen daarbij de inhoudelijke bezwaren.
Ennio Morricone wilde eigenlijk arts worden, zo vertelt aan regisseur Giuseppe Tornatore in de aan hem gewijde biopic Ennio. Maar zijn vader wilde dat hij in zijn voetsporen trad als trompettist. Morricone deed dat tegen wil en dank.
Daarmee is de toon gezet: de (film)componist, eigengereid, maar ook uiterst gevoelig voor de oordelen van autoriteiten: zijn vader, conservatoriumdocent Petrassi, de Oscar-Academy. Morricone is zo gevoelig, dat hij, bijna 90 jaar oud, nog moet huilen om bewonderende opmerkingen die hij decennia eerder kreeg. We krijgen bewijsdrang te zien in optima forma.
Ennio zou wellicht een draak van een film geworden zijn, als hij niet doordesemd was van zijn muziek en de bijbehorende filmbeelden. Wat een diversiteit, wat een pracht.
Er is wel het een en ander af te dingen op de claims die in Ennio gedaan worden, zo betoogt Frits de Jong in de Filmkrant. Er worden muzikale vernieuwingen aan Morricone toegeschreven die hem niet toekomen. De Jong vindt dan ook, dat alle talking heads die Morricone de hemel inprijzen, afbreuk doen aan de film.
Inhoudelijk heeft hij daar waarschijnlijk gelijk in. Ik heb de film echter anders gezien: als net zo over de top als de muziek van Morricone zelf, met zijn geluidseffecten, violen en niet-ingehouden emoties. Want Morricone liet zich niets gelegen liggen aan het adagium dat filmmuziek onopvallend moest zijn. Bij hem is film beeld én geluid, niet beeld met geluid.
Morricone werd dan wel geen arts, zijn muziek werkt wel als medicijn. Als een uitnodiging om je over te geven aan de emoties van de film, en de wereld buiten de deuren van de filmzaal te laten liggen. Escapisme als een vlucht naar binnen.